Concept 22 november 1999
De vrije kennismaatschappij en de virtuele samenleving Eindhoven
De Virtuele gemeenschap Eindhoven
Het virtuele volk uit Eindhoven
De kennismaatschappij Eindhoven
Open community Eindhoven
the dynamic democracy Eindhoven

Inleiding

Ziehier het voorstel te komen tot een virtuele gemeenschap Eindhoven.
Uitgangspunt is het voorkomen van het doen van veelvuldig onderzoek naar hetzelfde onderwerp door gebrek aan kennis, onwetendheid of bestaande rechten op kennis, en gebruik te maken van reeds bestaande vrije kennis over Eindhoven en zodanig geen onnodige energie te verspillen. En daarmee de kennis van en over Eindhoven naar een hoger peil te tillen teneinde de wijsheid van het virtule volk Eindhoven te vergroten. Hiermee is de virtuele gemeenschap Eindhoven een prima gelegenheid om haar stem te laten horen en haar verantwoordelijkheid te nemen in de verdergaande globalisering.
 

Historie: De dorpsgemeenschap

Vroeger was de beleving deel uit te maken van een gemeenschap anders. De dorpsgemeenschap is hier een goed voorbeeld van. Personen waren afhankelijk van elkaars kennis en informatie en deze informatie en kennis werd uitgewisseld door een veelvuldig persoonlijk contact. In een dorp wist iedereen alles van elkaar. Je wist eenvoudig waar je informatie kennis en ervaring vandaan kon halen. Ambachten werden van vader op zoon doorgegeven; deze kennis en ervaring werd ook ten dienste gesteld aan de dorpsgemeenschap. Deze hechte gemeenschap werd door de oudere dorpelingen als prettig ervaren, terwijl een deel van de jeugd op bepaald moment door informatie van buitenaf doorkreeg dat ze zich elders, meer konden ontplooien als sec overleven. Door de welvaartsstaat is dit overleven een vanzelfsprekendheid geworden waardoor de noodzaak deel te nemen aan die dorpsgemeenschap verviel. Het ontplooien kan tegenwoordig vanuit huis via Internet en televisie. De jeugd bekijkt de wereld door haar eigen bril en vormt zich daar een eigen beeld van. Ze communiceert met gelijkgezinden en neemt hoeveelheden informatie tot zich welke vroeger niet mogelijk was geweest. De sturende taak van ouders wordt minder. Door de verschuiving van informatievoorziening van televisie naar Internet wordt de sturing meer Internationaal en naar persoonlijke interesses gericht. Deze tweestrijd tussen de hang naar het oude (het instant houden van de dorpsgemeenschap) en de verregaande globalisering splijt die dorpsgemeenschap en vereenzaamd de mensen. "Mensen zijn op zichzelf". De ouderen willen wel kontakt om bij te blijven en om te voelen dat zij deel uit maken van die gemeenschap, maar de jongeren besteden die tijd aan andere kennis- en informatie-vergaring en hebben daardoor meer oog voor globale vraagstukken. Welnu, hier de mogelijheid om de ontstane kloof tussen de generaties te dichten en tegelijkertijd een platform te bieden om de verantwoordelijkheden te nemen in de vraagstukken van verdergaande globalisering: ecologie, millieu en bio-diversity.
 

Contract en samenleving

Door het sluiten van het Maatschappelijk contract geeft enerzijds ieder de vooropstelling van zijn eigen belang op voorzoverre en omdat ieder ander dat doet ten behoeve van de virtuele gemeenschap Eindhoven en anderzijds erkent de virtuele gemeenschap Eindhoven dit eigen belang als belang van de virtuele gemeenschap Eindhoven (het algemeen belang).
Onder eigen belang wordt hier verstaan de exclusiviteit van kennis (en het vermarkten hiervan), auteursrechten, vergaarde informatie en ontdekkingen, bezit op intellectueel eigendom (software, ideeen), bezit en rechten van en op uitvindingen, merknamen, domeinnamen etc. allen betrekking hebbende op of te maken hebbende met Eindhoven hierna te noemen de vrije kennis over Eindhoven.
Ieder persoon brengt al zijn vrije kennis over Eindhoven in in de virtuele gemeenschap Eindhoven. Er ontstaat een wederkerigheid die de basis vormt voor het virtueel samenleven. De vrijheid verandert van karakter; een ieder verliest een deel  van zijn burgerlijke vrijheid en krijgt hier virtuele vrijheid voor terug.
Het virtuele volk Eindhoven heeft als verzameling van virtuele burgers soevereiniteit. De soeverein bezit macht. De soeverein vertegenwoordigd de algemene wil. De algemene wil is de wet. De wetten die door de algemene wil zijn samengesteld vormen het recht. Uitgangspunt van het recht is het behoud van de virtuele vrijheid.
 

De wetgever

De soeverein maakt de wetten. De wet is een uitspraak van heel het virtuele volk Eindhoven over heel het virtuele volk Eindhoven; oftewel een uitspraak van het virtuele volk Eindhoven als subject over het virtuele volk Eindhoven als object; een uitspraak van de algemene wil over het algemeen belang; een uitspraak van de soeverein over de virtuele staat Eindhoven.

Het virtuele volk als subject, de algemene wil heeft altijd de juiste gerichtheid, maar het oordeel dat hem richting geeft is niet altijd verlicht. Men wil wel wat in het belang van allen is, maar men weet niet wat in het belang van allen is. Hier heeft het volk behoefte aan een gids die de gemeenschap moet leren te ontdekken wat ze wil. Deze gids moet het volk inzicht geven over zichzelf en over wat ze wil. Omdat de wet gevormd wordt door de algemene wil geeft deze gids het volk ook inzicht over noodzakelijke wetgeving. Deze gids krijgt vorm in de persoon van de wetgever. Deze wetgever heeft als taak het doen van voorstellen van wet. De wetgever is een wijze wetenschapper met meer inzicht in het virtuele volk Eindhoven als object dan het virtuele volk Eindhoven als subject heeft. Hij heeft geen enkel eigen belang en maakt ook geen deel uit van de gemeenschap. Hij heeft een voorlichtingsrol en wordt gezien als genie.
De soeverein heeft zijn kracht, het maken van wetsvoorstellen (het uitvoeren van de algemene wil), afgestaan aan de wetgever. Zijn wilsaspect, het bekrachtigen en goedkeuren van wetten behoudt hij zelf. Hier ontstaat een situatie van twee wetgevers. De willende wetgever (de soeverein) en de wetende wetgever (de wetgever). Het virtule volk Eindhoven als soeverein behoudt zelf de hoogste macht, de algemene wil. Zij heeft de algemene wil niet afgestaan aan de wetgever.

De regering

Het stellen van de wet is niet alleen een kwestie van regelen, maar ook van doen gehoorzamen. Dit gehoorzamen houdt in dat de afzonderlijke personen moeten worden aangepakt. Hier ontstaat de noodzaak voor een regering. De regering moet ervoor zorgen dat elke individuele virtuele burger de algemene wetten gehoorzaamd. De regering moet derhalve de algemeenheid van wetten omzetten in op het individuele geval toepasbare wetten. De regering heeft de vorm van een democratie. Doordat de regering de algemeenheid  van wetten vertaald in op het bijzondere geval toe te passen wetten, gaat er altijd iets van het zicht op het algemeen belang verloren. Dit vertalen betekend derhalve altijd verraden. Hierin ligt de ingebouwde tendens dat de regering uiteindelijk zal ontaarden.

Democratische structuur:

Je zou een hierarchische structuur kunnen bedenken waar een persoon zijn stem (tot intrekking of voor een bepaalde periode) onderbrengt bij een ander persoon. Hij geeft hiermee die ander de volmacht te stemmen voor hemzelf (analoog met huidige politieke partijen). Je zou hierbij ook nog kunnen denken om voor een bepaald onderwerp je stemrecht af te staan aan een persoon.
Deze persoon zou ook zijn verkregen stemmen kunnen onderbrengen bij andere personen. Uiteraard moet deze informatie openbaar zijn. Stemming zou dan een snel proces kunnen zijn. Binnen 24 uur kunnen de stemmen geteld zijn. Degenen die in die tijd niet in de gelegenheid zijn in die periode te stemmen, hebben de mogelijkheid vooraf hun stem onder te brengen bij een ander.
Dit zou een oplossing kunnen zijn voor degenen die om educationele, economische of culturele gronden niet in staat zijn om zelf een on-line stem uit te brengen.



Janus Liebregts, november 1999